Beste leden van de survivalvereniging,

Tijdens het seizoen 2016-2017 wordt er tijdens de trainingen op de dinsdag en donderdag gebruik gemaakt van een jaarschema. Afgelopen jaar is hier mee gestart. De ervaringen hiermee hebben wij meegenomen en toegepast in dit schema. Het schema van dit jaar is te vinden in het schuurtje van Fred. Eén schema is voor de BSC (korte survivalrun) gemaakt, de ander is gericht op de RUC (middelkorte survivalrun).

In het  jaarschema wordt toegewerkt naar een aantal wedstrijden in het jaar waarvan wij denken dat het beste resultaat kan worden behaald in de competitie. Omdat wij het iedereen gun om het uiterste uit zichzelf te halen, nemen wij jullie mee in de termen die staan in dit schema. Er worden verschillende periodes weergegeven met ieder zijn eigen kenmerken.

AVP algemene voorbereidingsperiode:
Basishindernissen en technieken kenmerken deze periode. Er wordt veel geklommen op lage intensiteit zodat je traint om veel hindernissen te klimmen. Er wordt weinig verzuurd.
SVP Specifieke voorbereidingsperiode:
halve en hele piramides & combihindernissen kenmerken deze periode, Er wordt veel verzuurd tijdens deze periode zodat je langer de hindernissen kunt klimmen.
WP wedstrijdperiode:
Zagen/ houthakken, lastlopen, en wedstrijdspecifieke hindernissen kenmerken deze periode. De trainingen zijn niet lang, maar zeer intensief. Je houdt op deze manier je wedstrijdniveau vast, met een lagere kans op blessure.

Op de jaarplanning staan ook cijfers. Dit is het aantal hindernissen dat in die week wordt geadviseerd te klimmen. Achter iedere hindernis staat een niveau en achter ieder looprondje staat een tempo aangegeven. De reden voor deze niveaus en tempo’s is om op eigen niveau te trainen. Een halve apenhang kan voor de één heel gemakkelijk zijn, maar voor de ander krap lastig. In de bijlage staat de uitleg voor ieder niveau.

Hindernisniveaus en tempo:
Het doel van de niveaus is om te beseffen hoe zwaar je klimt. Voor de één is een hele apenhang een eitje, terwijl de ander hier veel moeite mee heeft. De niveaus geven aan met welk gevoel je moet klimmen en wanneer je moet stoppen. De hindernis die er staat is de suggestie, het niveau is leidend. Staat er bijvoorbeeld een hele apenhang B, dan klim je niet in de verzuring, gebeurt dit wel bij jou tijdens een hele apenhang, dan doe je een halve. In de bijlage staat een omschrijving van de niveaus

Het klimniveau is gelinkt aan het aantal hindernissen dat je in een trainingsweek moet klimmen.
Als je een A hindernis klimt is dit 1 punt.
B is 2 punten
C Is 3 punten
D is 4 punten minimaal, dit is afhankelijk van het aantal hindernissen dat in je combi zit. Een combi van 5 is 5 punten.
Staat er bijvoorbeeld bij week 48; “30”, dan klim je tot je 30 punten hebt bereikt. Dit is echter al verwerkt in de trainingsbladen.
Onder het kopje intensiteit, staan termen als laag gemiddeld en hoog. Dit gaat over de intensiteit tijdens de trainingen. Hoe intensiever je traint, hoe sneller je door de hindernissen heengaat, Tijdens de AVP licht de nadruk meer op de techniek, waardoor de snelheid nog niet hoog is.
figuur-1
Als je niet op dinsdag of donderdag kunt  trainen, is er een map in het schuurtje van Fred te vinden met daarin trainingen voor iedere periode.
Hieronder staat een korte uitleg over hoe je deze trainingen moet lezen en uitvoeren.
figuur-2